Berinchuijsen

Uit Mulckhuijse
Versie door Bmulckhu (Overleg | bijdragen) op 29 apr 2017 om 15:30

(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken
Doopacte van Evert Jans Berinchuijsen, 7 februari 1647

De naam Berinchuijsen is een topeniem; het verwijst naar een plaats of landgoed. De naam Berinchuijsen wordt genoemd op de doopacte van Evert Jans (I191). In de Genealogie 1980 wordt verondersteld dat dit een verwijzing is naar het Huis Berinkhuizen, een bezit van de familie Bentinck. Een andere mogelijkheid is het Landgoed Bruninckhaussen bij Dortmund.

De heren en vrouwen Bentinck van Berinkhuizen

Berinkhuizen, genoemd in het "Vaderlandsch Woordenboek: Met Kaarten, Plaaten en Pourtraitten. BE - BL, Volume 6", door Jacobus Kok
Bentink, heer van Berinkhuizen, bron genealogieonline.nl
Berinkhuizen, voorheen Arensberg?

De volgende heren van de familie Bentick voerden de titel Heer van Berinkhuizen:

  • Hendrik Bentinck Heer Van Berinkhuizen, 1410-1477
  • Johan (De Olde) Bentinck Heer Van Berinkhuizen En 't Loo, 1460-1545
  • Alexander Bentinck Heer Van Aller En Berinkhuizen, 1545-1582
  • Karel Bentinck Heer Van Aller En Berinkhuizen, 1580-1645
  • Alexander Bentinck Heer Van Aller En Berinkhuizen, 1620-1681
  • Goossen Bentinck Heer Van Aller En Berinkhuizen, 1654-1695
  • Wolf Ahasveros Bentinck Van Aller En Berinkhuizen, 1691-1716
  • Goossen Geurt Bentinck Van Aller En Berinkhuizen, 1712-1786
  • Willem Johan Berend Berinkhuizen En Beerencamp Bentinck Heer Van Aller, 1740-1808
  • Reiniera Bentinck Vrouwe Van Aller En Berinkhuizen, 1746-1820

Arensberg - Berinkhuizen

BENTING ou BENTINK, une de plus ancien-
nes & de plus nobles famililes Duché de Gueldre
& d'Owerisel, s'est toûjours signalée dans les guerres
de Ducs de Gueldre contre le Ducs de Bourgogne,
& dans celles que les Provinces-Unies ont eues avec
le Rois dEspagne & de France. Le prémiers dont
les anciennes Chroniques sont mention, sont
 Goswin & Jean Bentink qui scellerent en 1268 (1368?)
avec d'autres Nobles, le contract de mariage d'E-
douard Duc de Gueldre avec Cathérine de Baviere.
Goswin mourut sans héritiers ; mais Jean eut pour
fils Henri Bentink, qui en 1400 fut investie de la Sei-
gneurie d'Arensberg, appellée aujourd'hui Berrikhui-
zen ou Berinkhuizen. Il scella en 1418 le traité d'al-
aliance des villes de Nimegue, Thiel, Bommel, Gra-
ve, &c, & laissa quatre fils, Jean, qui suit; Henri, 
Helmich, & Hille.

Waar lag het stamgoed van het geslacht Bentinck?

Hier volgt een transcriptie van een artikel dat in 1976 is verschenen in een uitgave van de Heerder Historische Vergeniging


Waar lag het stamgoed van het geslacht Bentinck?

door A. Klein Kranenburg

Verschenen in het blad van de Heerder Historische Vereniging, 1e jaargang 1976, juni, nr. 2.

Het is algemeen bekend, dat in de gemeente Heerde enkele adellijke geslachten een rol hebben gespeeld, zoals bv. de Van Dedems van Vosbergen en de Van Essens van de Zwanenburg.

Maar dat de stamvader van het bekende geslacht Bentinck in het kerspel Heerde woonde is minder bekend. 

Het doel van dit artikeltje is nu om na te gaan, waar het stamgoed der Bentincks gelegen heeft.

Om dit doel te bereiken dienen we eerst aan te geven waar het niet lag. Dit gezien het feit, dat wel gesuggereerd is, dat de Bentincks, ten tijde van de stichting van het fraterhuis Hulsbergen in 1407 op het kasteel Buckhorst bij Zalk woonden (1).

Op genoemd kasteel echter woonden tot 1612 onafgebroken de heren van Buckhorst. Nadat in dat jaar het geslacht van Buckhorst was uitgestorven, kwamen kasteel en heerlijkheid Buckhorst achtereenvolgens in de families Sloet, Van Oer, Van Welevelde, Van Hambroeck en Bentinck (2). Pas in 1757 werd Willem Bentinck (1721-1784) met de heerlijkheid Buckhorst beleend, dus 350 jaar na de stichting van Hulsbergen in 1407 (3).

Waar lag het stamgoed der Bentincks dan wel?

Hoogstwaarschijnlijk zijn de Bentincks kort voor 1360 in het kerspel van Heerde en wel te Wapenveld gekomen (4). Een nadere naamsaanduiding van het bezit der Bentincks is ook te geven, nl. de Arnsberg (5).
In 1400 werd Hendrik Bentinck met dit goed beleend (6), terwijl in 1402 als omschrijving staat “den Arnsberg, gelegen in de Kerspel van Heerde bij Hulsbergen” (7). Nu weten we, dat Hulsbergen een buurschap was in de omgeving van de tegenwoordige Kloosterbrug, dus in het noorden van het kerspel. 

Genoemde Hendrik Bentinck schonk in 1407 een stuk land, Ellenhoorn, aan enkele broeders des gemenen levens, afkomstig uit de Zwolse fraterhuis, om op dat stuk land een nieuw fraterhuis te stichten. Aanvankelijk leefden deze fraters in behoeftige omstandigheden, zodat, als ze bezoek kregen, ze een kit bier uit het huis van Hendrik Bentinck moesten halen.

Hieruit blijkt, dat Ellenhoorn en Arnsberg niet ver van elkaar lagen. Dit blijkt verder ook uit verschillende andere gegevens, zoals deze: de fraters haalden “ene kanne biers van Henric Bentics hues” (8). Ze “gingen totter haebuyrren huys ende baden der om schreier om te drinken” (9). De Bentincks worden ook vermeld als weldoeners, die “daar omtrent woonden” (10). Dat er ook verder een nauwe band bestond tussen Arnsberg en het fraterhuis blijkt uit het feit, dat Hendrik Bentinck en zijn vrouw, evenals zijn kinderen, in de kapel van het fraterhuis begraven werden (11).

Waar moeten we nu het goed “de Arnsberg” precies zoeken? De heer L. Hoogers te Zwolle was zo vriendelijkmij te attenderen op een zinsnede, voorkomende in “Copia de Fursten Brieffs van dat Hoenweert een gemeyn weyde is”. Volgens dit gegeven is de Hattemer Hoenwaard gelegen “met der oester syden bylanx der IJselen ende met der wester syden inder vaert, met de ouderen ende an erve Henrick Bentycks, en den noordwest anden stranck van der ysselen die loept beneffens onsen rijswerk”. Omdat genoemde Horenswaard liep tot aan de grens van het kerspel Heerde, kunnen we hieruit de conclusie trekken, dat het erf van Hendrik Bentinck grensde aan Hattemer grondgebied, dus gelegen was ten noorden noodoosten van het fraterhuis.

Nog een stap verder komen we, wanneer we lezen dat Adoph Bentinck op 16 okt. 1543 ontving de “erve ziens vaders Johans , benen hoff geheimen den Arnsberg, nu den hoff to Berickhuysen genoemd, bij Hulsbergen in den gericht van Heerde gelegen” (12). Deze nieuwe benaming kan ons misschien wat meer houvast geven, wanneer we bedenk, dat we nu in een periode zijn aangekomen, waarin we naast geschreven bronnen ook kaartmateriaal van deze omgeving kunnen raadplegen.

Nu kreeg de bekende cartograaf Nicolaas van Geelkerck +/- 1630 opdracht om een kaart van Stad en Schependom van Hattem te tekenen (13), Deze kaart laat on nog een gedeelte zien van het aangrenzende Ambt van Heerde en wel van de grens vanher genoemde Schependom tot aan de Hulsberger molen. Op deze kaart komt in een heuvelachtig gebied iets ten zuiden van de grens tussen Hattem en Heerde en ten oosten van de Grift de aanduiding “Bentings Bergh huysen” voor. We raadplegen weer een geschreven bron en wel het verpondingsregister uit 1648 van het Ambt van Heerde (14). Hierin komt o.a. voor: “een huys en hoff genaamd Berckhuys”. De eigenares is dan de weduwe van de Raadsheer Carel Bentinck en genoemde “huys en hoff” zijn verpacht aan een zekere Jan Gerrits. We zien nu, dat de Bentincks niet meer op “Berckhuys” wonen. Het is nl. zo, dat Johan Bentinck, de zoon van de reeds genoemde Hendrik Bentinck, nog op de hof te “Berckhuys” gewoond heeft, maar de nu volgende Bentincks komen steeds voor als hofambtenaren van de Gelderse hertogen (vgl. bv. Johan Bentinck (+ 1543) als jagermeester van de hertog, die bij Apeldoorn op het Loo wonde.) Deze Bentincks waren dus naar het zuiden getrokken (dichter bij het hertogelijk Hof te Arnhem!) en lieten de “hof te Berchuysen” door pachters bewonen. Toch werd deze “hof” niet als een gewone hoeve beschouwd, want op de kaart van de Veluwe van Van Geelkercken (15) wordt “Berghuizen” aangegevenmet hetzelfde teken (een vaantje) als bv. de belangrijke adellijke huizen de Zwanenburg, het Kryt (= Vosbergen) en de Bonenburg. De pachters die er woonden werden ook vaak Berghuis genoemd, zoals bv. “Vrouw Bentinck pachter Gerrit Jansen Berchuis” (16).

Ook op verschillende kaarten van deze streek zien we genoemde plaats steeds weer aangeduid als “Berghuis” (19e eeuw) (17), of “Berghuizen” (20e eeuw, op de topografische kaarten). Het betreft steeds de plaats waar een of twee boerderijen gelegen zijn op het oostelijke uiteinde van een smalle oost-west lopende heuvelrug, de plek die tegenwoordig “de Belt” genoemd wordt.

Hoewel de naam Berghuizen daar dus verdwenen is, leeft hij nog voort in de Berghuizerlaan en tot voor kort in de Berghuizerbrug en de Berghuizer papierfabriek (tegenwoordig Van Gelder Papier) (18).
Het is nu ook begrijpelijk, dat het voor de fraters van Hulsbergen gemakkelijker was om op de tegenwoordige “Belt” een kit bier te halen (afstand hemelsbreed 800 m) dan op de Buckhorst bij Zalk (hemelsbreed 8 km). Zodat we met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid mogen concluderen: Het stamgoed der Bentincks Arnsberg/Berghuizen was gelegen op de tegenwoordige “Belt”.

// KAART VAN BERGHUIZEN / DE BELT //

Noten.

(1) G.A. Meijer O.P., Het Fraterhuis Hulsbergen bij Hattem, in: Versl. en Med. Ver. t. beoef. v. Ov. Regt en Gesch., 39e stuk, 2e reeks, 15e stuk-Deventer 1922, p. 130, n. 1.
(2) Mr. G.J. ter Kuile, Gesch. v. d. heerlijkheid Zalk en Veekaten, Assen 1948 pag. 62.
(3) Idem, p. 66.
(4) W. Wijnaendts van Resandt. De eerste generaties van het geslacht Bentinck, in: Maandblad v. h. geniaal. Heraldisch genootschap de Ned. Leeuw, 1929, 47e jaar. kolom 267.
(5) Idem, kolom 268.
(6) Sloet-Van Veen, register van Leenaktenboeken van het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen. Het kwartier van Arnhem, p. 222.
(7) Idem.
(8) W. Jappe Alberts en A.L. Hulshoff. Het Frensweger Handschrift. Gron. 1958, p. 198.
(9) Kroniek v. h. Agnietenconvent te Amersfoort, in: Arch. voor de ges. v. h. Aartsbisdom Utrecht, 74e deel 1957, pag. 40.
(10) Oudheden en Gestichten van het Bisdom van Deventer Van Heusden/Van Rijn, deel 2, Leiden 1725, p. 497.
(11) Idem, pag. 498.
(12) Sloet-Van Veen, p. 223.
(13) R.A. in Geld., Arch. Rekenkamer, kaart no. 229. Kaart van Stad en Schependom Hattem.
(14) R.A. in Geld., Arch. Staten-kwart. Veluwe, inv. no.270.
(15) R.A. in Geld., Kaart van de Veluwe. Auth. Nicolao Geilkerckie.
(16) Oud-Arch. Arnhem. Maentcedule neffens de Verbalen van de Ambte van Heerde, inv. no. 5944.
(17) o.a. in de Toop. atlas van Gelderland krt. 4 (kuyck). Kaart van Rijkswaterstaat 1842/43 nr. 42, blad 11 en de eerste Topografische kaart (1858), blad Hattem (27).
(18) Arnsberg/Berghuizen bleef onafgebroken in het bezit der Bentincks tot 1809. (zie: Sloet-Van Veen p. 224).

Gallerij

Bronnen

Noten van bovenstaande artikel

Overige bronnen

Gelders archief, 0409 - Huis Keppel - http://www.geldersarchief.nl/zoeken/?mivast=37&mizig=210&miadt=37&micode=0409&miview=inv2

  • 1702 Acten belening voor leden van het geslacht Bentinck met het Beringhuis (olim Arnsberg) bij Hulsbergen en het goed Aller bij Putten c.a. Met acte van goedkeuring van een testament van 1678, en extracten uit de leenboeken betreffende Beringhuis, 1550-1708. 8 charters en 1 omslag

N.B. Zie reg.nrs. 551, 555 en 670. Berghuis werd ca. 1823 door de vrouwe van Rosendael van de erven Bentinck aangekocht.

DNL - De Nederlandse Leeuw