I224 Willem van Mulckhuijse
Naam | Willem Mulckhuijse |
---|---|
Naam voorvoegsel | |
Voornaam | Willem |
Bijnaam | |
Voorvoegsel achternaam | |
Achternaam | Mulckhuijse |
Externe bron naamgeving | |
Notitie | |
Referentienummer | |
Geslacht | |
Afbeelding | |
Kind uit de familie | |
Partner in de familie |
Vrouw:
- Cornelia Kerkhoff
Kinderen:
- Maria
- Johannes
- Everdiena
- Maria
==
Willem Mulckhuijse staat als schoolmeester borg bij de inschrijving va Hendrick Mulckhuijse (ca. 1730).
Inhoud
- 1 Bronnen
- 2 Rechtzaak
- 2.1 Inventaris
- 2.2 Lijst
- 2.3 Tekst 1 voorzijde: Het oordeel van de rechter
- 2.4 Tekst 1 achterzijde
- 2.5 Tekst 2 voorzijde
- 2.6 Tekst 3
- 2.7 Tekst 4: Getuigenis van de Bierdragers Jan Vervoort en Claes van Metere; Voorzijde
- 2.8 Tekst 4 Achterzijde
- 2.9 Tekst 5: De getuigenis van Glaude De Noij
- 2.10 Tekst 6: Ondervraging van Berent van Haaften
- 2.11 Tekst 7: Getuigenis van Engel Engels en Laurens Ebben
- 2.12 Tekst 8: Relaas van Barent van Haaften
- 2.13 Tekst 9: Memorie voor het Gerecht
- 2.14 Tekst 10:
- 2.15 Tekst 11: Ontkennende verklaring van Adriaen Snoeck
- 2.16 Tekst 11: Opschrift Inventaris
Bronnen
In het Streekarchief van de Bommelwaard zijn stukken bewaard gebleven over een rechtzaak die Willem Mulckhuijse in 173-1714 heeft gevoerd.
185/384-185/1600 Civiele procesdossiers, 1594-1811 NB. Voor de behandeling van deze zaken zie de dingsignaten. details 185/647 Willem van Mulckhuijsen en Roelofs van Oostrom contra Adriaen Snoeck en Govert Verwoert, 1713, 1 omslag
Van de stukken van deze rechtzaak staat hier een transcriptie.
Naast deze rechtzaak is na de dood van W. Mulkhuijsen (waarschijnlijk dezelfde Willem) is door zijn erven ook nog een rechtzaak gevoerd, waarvan de stukken in het streekarchief van de Bommelerwaard bewaard zijn gebleven.
186 Archief van de Bank van Zuilichem 1563 - 1811 1. Contentieuse rechtspraak 186/67-186/733 Civiele procesdossiers, 1661-1810 186/519 De erven W. Mulkhuijsen contra M. van de Wercken, 1758, 1 omslag
Deze stukken zijn nog niet beschikbaar.
Rechtzaak
Willem (van) Mulckhuijse heeft een rechtzaak gevoerd als pachter van het recht tot heffen van accijnzen op zeep in Zaltbommel.
Inventaris
Inventaris van Stucken Gedient hebbende voor den Ed:agtb:gerigte den Stadt Salt Bommell tusschen Willem van Mulckhuijse en Roeloff van Oostrom pagter en mede stander vande seet ingegaen primo Julij 1713 reg=ad ??? Contra Adriaen Snoeck en Govert Vervoert gereg=deus
Relaes van Barent van Hafte vande 15 Janu- arij 1714 Negatie van Snoeck vande 17 Januarij 1714 Attestatie van Glandij de Noo vande 27=en Januarij 1714 Attestatie vande Bierdragers vande 27=en Januarij 1714 Verklaringh van Barent van Haafte vanden 9=er februarij 1714 Acte van pandingh vande 12 feb: 1714 Acte van pan? verborgingh vandij 12 feb:1714 Attestatie van schifter Engel Engels en de Knegt vande 22= feb:1714 Boeckje vande aenbrengingh des jan= pos? den? Zeep Acte van cautie voorde coste vande 20=e maert 1714 ----------
Acte vande weer vande 9=e aprill en 13 dito 1714 ordonnantie op de Zeep vande 26=e maij 1693 ----- Schriftelijcke conclusie inde Sententie vande 14 aprill 1714 gemelt ----- Wegens de gereg=deus=gepro= duceert Copia van Insinuatie vande 17=e Januarij 1714 Verclaring van Barent van Haften vande 9=e feb=r 1714 ----- Attestatie van Dirckje van Osse vrouw van Barent van haafte vande 1 maert 1714 Attestatie van Johannes vanWassenburgh vande 9-e maert 1714 Sententie in exceptisch gewese vande 10 maert 1714 Attestatie van Ouges Ougelse vande 14=e maert 1714 ----- act:den 23=e aprill 1714 -----
Lijst
An-? De Gaft 1/2 kinneke seep Den 22 Julij 1713 . . . . . . . 0-7-8 Vrou breddels 1/2 kinnie seep Den 31 Dito . . . . . . . . . . 0-7-8 Jacob de Vaal 1/2 kinnke seep den 7 Augustus . . . . . . . . 0-7-8 De Rentm. v:H??felt 1/2 kinneke seep Den 1 septemb: . . . . . . 0-7-8 De h. Snoeck een kinneke seep ----------------------------- De 4 Octob:####### . . . . . . 0-15-0 De be?iender sam een kinneke seep Den 4 Octob: . . . . . . . . . 0-15-0 De H. Geijsweijk een kinneke seep Den 23 Octob: . . . . . . . . . 0-15-0 Cornelis vander Sluijs een kinneke seep den 24 Octob: . . . . . . 0-15-0 Deschout Schoock een kinneke seep den 11 novemb: . . . . . . 0-15-0 De h. Snoeck Een kinneke seep ------------------ Den 23 nobemb: . . . . . . . . 0-15-0 Van hou?sel? den brouwer een kinneke seep D:2:Decemb: . . . 0-15-0 De Reuver Een half kinne seep de 27 Decemb . . . . . . . . . 0-7-8
De Reu?? van hou?el? Een half kinneke seep D:29:Decemb: 0-7-8 Den 14 Jan-ij een kinneke seep voor den be?iend sam . . . . . 0-15-0
Tekst 1 voorzijde: Het oordeel van de rechter
Willem van Mulckhuijsen en Roelof van Oostrum pag- ters en medestander van den impost der Zeepover de Stadt en Schependom van Bommel ingegaen primo julij 1713 Requiranten in cas van verclaringh over pandingh en pantverbur- gingh ter eenre Contra Adriaen Snoeck en Govert Verwoert gerequireerdens int selve cas ter andere zijde Concluderen Req=ten uijt de aengetogen middelen en articulen dat Gerq-dens over het doen lossen en invoeren van twee kinnkens met Zeep sonder daer at te hebben gehaelt bekoorlijk biljet sullen worden gecondemneert in een Boete van twee hondert gulden en dat daer voor door Req-ten is gedaen eene goede pandingh en door gereq-dens daer tegens is geschiet eene quade oppositie bij pantverborgingh, Condem- nerende gereq-dens almede in de costen ofte@ Salvis@ Implorando@
Tekst 1 achterzijde
Documenen vande pagters vande Seep Contra Adriaen Snoeck & Govert Verwoert
Tekst 2 voorzijde
Extract uijt t Signaat de Stadt Salt Bom- mell d a=o 1714 Coram schepenen Goris et de Ruueck Copareerde Juffrouw Antonia van Cockengen cum tutore, ende geeft sigh borge verklaert voorde proces costen der proceduere, Soo Willem Mulckhuijse, en Roeloff van Oostrum pagter en medestander van s'Lants Zeep accijns, aende Ed: agtb: gerigte onser Stadt bij verclaringh over pan- ding, en pantverborgingh hebben geentameert tegens Adriaen Snoeck en Govert Verwoert, te dien eijnde geeft comparante verbonden haere goederen, onder Eet Schependom gelege
om daer aen de costen door Snoeck en Verwoert te komen worden ver- haelt bij onverhoopte Succumbantie van Mulckhuijse en Van Oostrum, en heeft comparante ter dien eijnde specialijck gerenuntieert van het vrou- welijcke beneficie Senatus consulti vol- lea? verclarende vanden effecte, en inhoude vandien voor a?? genoeghsaem te wesen, onderrigt, waer na voor- noemde Mulckhuijse en van Oos- trum hebben belooft d'eerste compa- rante te indemneren, en te behoeve van Snoeck en Verwoert voor soo veell noodigh tot refusie van costen geconsigneert twee Stuijvers tot minderingh oft meerderingh ter taxatie van desen Ed: Agtbaren Gerigte, Actum de 20=e meert Infidem Extraci ???egenaer ?rs in Bommel
Tekst 3
Voorzien van tekening en zegel rechtsboven
Ik ondergesch gerigts bode der Stadt Zalt Bommel, hebbe wegens Willem Mulck= huijse en Roelof van Oostrom gg weet van Coutie en soo veel nodig consig= natie gedaan tot Refusie van Costen vermogens t'signaat alhier aan Govert Verwoert, op de 9=en April 1714 en de 13 dito, bij absentie van Adriaen Snoeck aan den procureur I: van Rijstervelt gedaan, die het selve voor voorn: Snoeck heeft aan genomen Henricus van Dam
Tekst 4: Getuigenis van de Bierdragers Jan Vervoort en Claes van Metere; Voorzijde
Voorzien van tekening en zegel rechtsboven
Uijt de naam ende van wegen de pagteren vande Zeep-Accijns sal den Gerigts bode deser stad in der ?inne en niet te min gerigtelijk afvragen Jan Vervoore en Claes van Metere bierdragers, of niet waar en waaragtig is, dat sij op sondag den 14 Jan-rie 1714 gehaelt sijn door de knegt van de Tollenaers van Boemel omme de seep voor de Tollenaers binne te haelen die met den beurt-man Engel Engelse van Nij= megen was gekoomen en of wijdens niet waar is dat sij die voorsch: seep hebbe gehaelt en in de poort ter needer geleijt vragende aan voors: knegt waar dat se de seep moesten brengen, En of de knegt daar op niet heeft geantwoordt dat hij het sou gaan vraage bij de Officiere fan Tol, En of de knegt in het weerkomen haar ?geinsin dens? niet berigt heeft dat se een keijniken bij den besiender Sam en twee keijnikens bij Barent van Haften moesten brengen, en of sij die voorschr: keijni= kens seep als doen ook niet bij de voorschr: per= soonen gebragt hebben, waar op d'insinuan= ten een positief antwoord sonder dilaij sul= len verwagten, sus anders protesterende over Costen als na regten; Relateert Ick ondergesch. gerigts bode der Stadt Zalt Bommel, hebbe dese voorstaande insinuatie aan Jan Vervooren en Claas van Meteren bier= dragers voorn: geinsinueert, en gaven tot antwoort als volgt. Jan voors: seijde ik weet niet wie mijn gehaalt heeft, maar mijn is geseijdt, dat het de soon van de besiende Sam is geweest. en gemelte Claas seijde, da
Tekst 4 Achterzijde
=het Jan voors: dogter is geweest die hem gehaalt heeft, en seijden verders voorn[oem]de bierdragers wie dat de seep hier aan lant heeft ge= bragt dat en weet ik niet, en voorn[oem]de Claas van Meteren seijde, dat de knegt van de Tollenaers, tegens hem sijde in het uijt gaan van de poort, daar sijn drie kijnekens seep buijten, die moet gij luijde eens binnen halen, en dat hij doen voors: knegt vraagde, waar dat de seep wesen most, die doen seijde, daar sullen der ligtelijck twee bij Berent van Haften moeten wesen maar ik sal het eens gaan hooren, en doen hebbe wij de seep gehaalt, en inde poort ter neder geleijdt, en doen heeft de knegt voornt: tegens ons bijde geseijdt, gij moet twee kijnekens seep bij Berent van Haften brengen, en een kijneken bij de besiender Sam, en daar hebben wij de voors: seep gebragt. Act: den 27=en Januarij 1714 Henricus van Dam
No.1o. Attestatie der Bierdrager 27 januarij 1714
Tekst 5: De getuigenis van Glaude De Noij
Voorzien van tekening en zegel rechtsboven
Den gerights bode der stad Zalt Bommel sal nijt de naam van de paghters van de Zeep accijns sig vervoegen bij Glaudi de Noij en hem gerigtelijk afvragen of niet waar en waeraghtig is dat hij eenige weij= nige weken geleden tot Nijmegen sijnde van schipper Hendrik keer is versocht geweest om eenige kijnekens meet seep voor de of= ficieren van den Tol tot bommel mede te nemen, bij verwijgering protesterende over Costen als na regten Relateert ? Ik ondergesch. gerigts bode der stadt Zalt Bommel hebbe dese voorstaande Insinuatie aan Geloudie de Noo voors: gedaan, die tot antwoort gaff, dat is waar, maar ik moeij mijn daar niet mede, en laaten sij den schipper selfs soecken. Actum den 27=en Januarij 1714 Henricus van Dam
No.2o. glaude de Noo attestatie 27 januarij 1714
Tekst 6: Ondervraging van Berent van Haaften
Voorzien van tekening en zegel rechtsboven
Extract uijt t'Signaat der stadt Salt Bommell d a=o 1714 Interrogatoria off vraagh= stucken omme daer op ter gerightelicke instantie van Willem Mulckhuijse en Roeloff van Oosterom pagter en medestander onder Eede te hooren Bernt van Haaften i deponents ouderdom van competenten ouderdom 2 off deponent op Sondagh den veertiende Januarij lestleder niet twee kijnekens met Zeep heeft ontfange, verclaert dat op een Sondagh Sonder den precisen datum te weten, twee kijne= kens Zeep heeft ingeslaegen
3 Off de geseijde twee kij= nekens Zeep, niet imme= diaet sijn gecomen uijt het beurtschip van Engel En= gelse verclaert niet te weten met wat schip= per off in wat schuijt de zeep hier is aen het lant gebragt 4 Off deponent die twee kijne= kens zeep miet heeft ontfan= gen off overgenome vande officieren vande Tol, Adriaen Snoeck en Govert Verwoert t'sij in coop, ruijlingh ofte bij ? met een andere titull Verclaert dat de Tollenaer Govert Verwoert voor eenige maende tot sijne huijse is ge= weest, en doen over zeep is gesproocken dat doen voorn:n Verwoert ane hem heeft ge= vraegt, oft geviel dat hij eenige zeep tot meet vande Tol kreegh die hij niet van nooden ? had, off die wel van hem wilde overnemen
waer op geantwoort heb van ja want ick hebbe vande voorgaande Tollenaers verscheijdemalen soo ontfange, soo geeft den voornoemde Verwoert eenige maen= den na dien tijd lateweten, datter buijten aen het water twee kijnekes zeep waren, off hij deponent die wilde laten halen, het welcke aende bier= dragers is geordoneert om te doen, en hebben de twee voorschreve kinne= kens zeep, aen sijn huijs gebragt en heeft die daeghs daer aen aende pagter vertoont dat hij die had ingeslaegen, niettegenstaande well ses maende te vooren met de voorschreven pagter vanden seep was veraccordeert, voor in, en uijtslagh, maer geeft met de Tolle= naer Snoeck moijt oversulcx gesprooc= ken. 5 Soo neen tegens alle vermoe= den van wien deponent de voorschreve twee kij= nekens zeep dan heeft gecogt, en van wat plaetse deselve sijn gekomen refereert sigh tot de voorgaande ver= klaringh Coram Righter en Schepenen, Goris en Essenius, Compareerde den deponent voornoemd ende geeft met solemmelis dede hem door den rigter na behooren affgestaaft verklaard alle het geene soo op ider articull is aengeteijckent, alsoo waer ende waeragtig te sijn, actum de 9=e februarij 1714 Infidem Extracti ?egenaer s=rs in Bommel
Verclaring van Berent van Haefften 9 febr. 1714 registr??s: f2:8:0
Tekst 7: Getuigenis van Engel Engels en Laurens Ebben
De tekst van deze getuigenis is in origineel en kopie in het dossier opgenomen.
Ick Ondergeschreve Oude Engel Engelse beurt= man van Nijmegen op Rotterdam en Lauwerens Ebbe sijn kneght hebbe op versoeck van Willem Mulckhuijse ende Roelof van Oosterom paghters en mede standers van de s'lants Zeep Accijns dese onder geschreve verklaringe gegeven, als dat wij op versoeck van schipper Hendrik Keer bij schriftelijkke memorie tot Nijmegen hebben ont= fangen Drie kijnekens meet Zeep, omme de selve te behandigen aen de Tollenaers te Bommel welke wij ook vervolgens op sondag den 14 jan-rii deses jaars aen den Tollenaar Snoeck bestelt hadden na dat alvorens voorn: Snoeck hadde afgevraagt of'er al een biljet van de pagters was afgehaalt om de geseijde drie kijnekens meet Zeep te konnen lossen, ende dat voorschr: Snoeck daer op geantwoord had van ja, lost die vrij, die sijn al aangegeven Gevende eerste genoemde tot meerder bevestinge van guit voorschr: als dat hij niet een duijt voor de vragt heeft genoten. Dit boven geschreve presenteren wij ten alle tijde met Eede te bevestige Actum vaerick den 22 feb-rii 1714 er was getekend. Dit Merck set X Engel Engelse in presensij Rutger Heghuijsen Laurens Ebben. Accordeert met sijn principaal Adr:van Oever ?? Secr: 1714
Attestatie van den Schipper Engel Engelss en de knegt 22 febr 1714
Tekst 8: Relaas van Barent van Haaften
Barent van Haaften gisteren twee kijne= kens Zeep uijt het Beurtschip van Engel Engelse ontfangen hebbende, sonder daarvan alvorens een biljet bij de pagters van de Zeep accijs te doen halen ende boven dien, Contrarie den 4 art: van de Zeep-ordonnantie weijgerig blijvende te verklaren, van wien hij de zeep heeft gecogt en van wat plaase de selve is gecomen; soo sal den gerigts-bode deser stad voor sijn behoorlik loon uijt naame van de pagteren van de zeep-accijs Roelof van Oostrum en Willem Mulckhuijse sig ver= voegen bij Barent van Haaften en hem nog= maal gerigtelick afvragen, van wien de voorsch: kijnekens met Zeep sijn gecogt en van wat plaatse gecomen, bij verdere onwilligheijd protesterende op het Cierlikste overfrau= des en Costen, gemaeckt en nog te maken, ende protesteren verders over het inslaan van de voorgespecificeerde Zeep sonder te hebben biljet van de pagteren, met gedagte ? Relateert ? Barent van Haafte den paghter geseijt hebbende dat de seep van Amsterdam is gekomen Blijft bij t'selve antwoort en is niet gehouden hem den koopman aan te wijsen waar hij ter mart gaat Actum de 15 Januarij 1714 Henricus van Dam gerigtsbode in Bommel
Relaas van Barent van Haefften 15.jan-rij 1714
Tekst 9: Memorie voor het Gerecht
Rechtsboven getekend en voorzien van een zegel
Memorie voor den Gerights bode de Stadt Zalt bommel Omme wegens Willem Mulckhuijse en Roelof van Oostrum pachter en mede stander van de impost der Zeep over dese stadt in gegaan prima julij 1713 te pan den Adriaan Snoeck en Govert Verwoert voor eene boete van twee hondert guldens, om dat sij oop den 14 januari 1714 hebben doen losse en binnen dese stadt doen invoere twee kinnekens Zeep, sonder behoorlijk biljet. Ick ondergesch gerigts bode der Stadt Zalt Bomme, hebbe dese voorstaande panding gen gedaan, en de weet hier van ge= exploiteer, Actum de 12=en februarij 1714 Henricus van Dam
N0.6o. Acte van panding 12 febr. 1714
Tekst 10:
Extract uijt t'Signaat der Stadt Salt Bommell d'a=o 1714 Coram Schepenen Goris et de Roorck Compareerden de Heer Adriaen Snoeck en Joffrou Geertruij Penninghs, huijs= vrouw van Govert Verwoert, cum tu= tore electo, bij absentie van haren voorsch: man beijde pagters vande Gelderschen Tol alhier, te kennen geven der goeden gerigtsboode van Damme wegens Wil= lem Mulckhuijse en Roeloff van Oos= rum pagters en mede standers vande impost der Zeep, over dese Stadt inge= gaen primo Julij 1713 aen goederen van comparanten oopo den 12=e dese maent februarij 1714 voor gesustineerde boete van twee hondert guldens, wegens doen lossen en invoeren van twee kijnekens
Zeep, soo gemelte pagters, tegens waerheijt voorgenoem, bij comparanten geschiet te sijn gepant heeft, en Compa= ranten niet wetende ijts gefraudeert off s'Lants impost op het alder minste benadeelt veel min de pagters van voorschreve Zeep eenige mate vercort te hebben, sijn daer om haer gepande bij dese verborgende door den procureur J. van Bijstervelt hier mede comparant die daer van getuijgenisse was doen= de, en belooffden eerste comparanten haren Gorge te indemneren, cost en Schadeloos te houden. Act. de 12=e febru= arij. Infidem Extracti ?egenaer S=rs in Bommel
No.7-o pantverborging 12 febr. 1714
Tekst 11: Ontkennende verklaring van Adriaen Snoeck
Willem Mulckhuijse en Rolof van Oostrum pachters en med standers van de Zeep-accijns over de stadt Bommel ingegaen prima Julij 1713 in ervaringe sijnde gekomen, dat Adriaen Snoeck en Govert Verwoert op den 14-en jan-rij deses jaers uijt het schip van Engel Engels Beurtman van Nijmegen op Rotterdam, hebben ingeslagen en daer na aen Bert van Haefften overgedaen of uijtgeslagen drie kijnnekens Zeep waer van maar een is aengegeven door de besiender Dirk Sam, en d'andere verswegen sonder biljet van in of uijtslagh volgens or= donn: geriquireert, van die insinuanten in hare qualiteijt hier voor aengevoert te halen wes= wegen geinsinueerdens volgens Ordonn: bij die Ed:Mog:Heeren staaten deses quariers, sijn vervallen in de boete van twee hondert gls: voor welcke somma en de Costen van dien den gericht bode haer geinsinueerdens sal summeren mitsgaders voor de costen geresen en verde rijsen, andersints sullen ins?? tot bekominge van dien haer geins=ders met de paraetste middelen regtens Constringeren Relateert@ Ick ondergesch Gerigts bode hebbe dese voorstaande insinuatie aan Boove:en Snoeck geinsinueert en dient voor relaes dat op de 14=en Januarij 1714 geen Zeep uijt Engel Engels Beurtman van Nijmegen op Rotterdam bij mijn is ingeslagen veel min aan Berent van Haften souden hebben uit ge=
geslagen protesteren derhalven van alle costen en schaden * reets *en interesse gelede en noch souden moge lijden Act: de 17=e Januarij 1714 Henricus van Dam
No.7o.2o negatie van Snoeck 17 jan-rij 1714
Tekst 11: Opschrift Inventaris
Inventaris van Stucken Willem van Mulckhuijse en Roeloff van Oostrom pagters vande seepinge gaen primo Julij 1713 Contra Adriaen Snoeck en Govert Verwoert 10 Maart 1714